Windkoeling of vloeistofkoeling? De beste optie voor energieopslagsystemen

Warmtedissipatietechnologie is van cruciaal belang bij het ontwerp en het gebruik van energieopslagsystemen. Het zorgt ervoor dat het systeem stabiel draait. Nu zijn luchtkoeling en vloeistofkoeling de twee meest gebruikelijke methoden om warmte af te voeren. Wat is het verschil tussen de twee?

Verschil 1: Verschillende warmteafvoerprincipes

Luchtkoeling is afhankelijk van de luchtstroom om warmte af te voeren en de oppervlaktetemperatuur van de apparatuur te verlagen. Omgevingstemperatuur en luchtstroom hebben invloed op de warmteafvoer. Luchtkoeling heeft een opening tussen de onderdelen van de apparatuur nodig voor een luchtkanaal. Luchtgekoelde warmteafvoerapparatuur is dus vaak groot. Ook moet het kanaal warmte uitwisselen met buitenlucht. Dit betekent dat het gebouw geen sterke bescherming kan hebben.

Vloeistofkoeling koelt door vloeistof te laten circuleren. De warmtegenererende delen moeten het koellichaam raken. Ten minste één zijde van het warmteafvoerapparaat moet vlak en regelmatig zijn. Vloeistofkoeling transporteert warmte via de vloeistofkoeler naar buiten. De apparatuur zelf bevat vloeistof. De vloeistofkoelapparatuur kan een hoog beschermingsniveau bereiken.

Verschil 2: Verschillende toepasselijke scenario's blijven hetzelfde.

Luchtkoeling wordt veel gebruikt in energieopslagsystemen. Ze zijn er in vele maten en soorten, vooral voor buitengebruik. Het is nu de meest gebruikte koeltechnologie. Industriële koelsystemen maken er gebruik van. Het wordt ook gebruikt in basisstations voor communicatie. Het wordt gebruikt in datacenters en voor temperatuurregeling. De technische volwassenheid en betrouwbaarheid ervan zijn alom bewezen. Dit geldt vooral bij gemiddelde en lage vermogensniveaus, waar luchtkoeling nog steeds domineert.

Vloeistofkoeling is meer geschikt voor grootschalige energieopslagprojecten. Vloeistofkoeling is het beste als het accupakket een hoge energiedichtheid heeft. Het is ook goed als hij snel oplaadt en ontlaadt. En als de temperatuur veel verandert.

Verschil 3: Verschillende warmteafvoereffecten

De warmteafvoer van luchtkoeling wordt gemakkelijk beïnvloed door de externe omgeving. Denk hierbij aan zaken als de omgevingstemperatuur en de luchtstroom. Het voldoet dus mogelijk niet aan de warmteafvoerbehoeften van krachtige apparatuur. Vloeistofkoeling is beter in het afvoeren van warmte. Het kan de interne temperatuur van de apparatuur goed regelen. Dit verbetert de stabiliteit van de apparatuur en verlengt de levensduur ervan.

Verschil 4: De complexiteit van het ontwerp blijft bestaan.

Luchtkoeling is eenvoudig en intuïtief. Het gaat vooral om het installeren van de koelventilator en het ontwerpen van het luchtpad. De kern is de indeling van airconditioning en luchtkanalen. Het ontwerp is gericht op het realiseren van een effectieve warmte-uitwisseling.

Het ontwerp van vloeistofkoeling is ingewikkelder. Het heeft veel onderdelen. Ze omvatten de lay-out van het vloeistofsysteem, de pompkeuze, de koelvloeistofstroom en het systeemonderhoud.

Verschil 5: Verschillende kosten en onderhoudsvereisten.

De initiële investeringskosten van luchtkoeling zijn laag en het onderhoud is eenvoudig. Het beschermingsniveau kan echter niet IP65 of hoger bereiken. Er kan zich stof ophopen in de apparatuur. Dit vereist regelmatige reiniging en verhoogt de onderhoudskosten.

Vloeistofkoeling heeft hoge initiële kosten. En het vloeistofsysteem heeft onderhoud nodig. Omdat er echter vloeistofisolatie in de apparatuur zit, is de veiligheid ervan groter. De koelvloeistof is vluchtig en moet regelmatig worden getest en bijgevuld.

Verschil 6: Het verschillende energieverbruik bij gebruik blijft ongewijzigd.

De samenstelling van het energieverbruik van de twee is verschillend. Luchtkoeling omvat voornamelijk het stroomverbruik van airconditioning. Het omvat ook het gebruik van elektrische magazijnventilatoren. Vloeistofkoeling omvat voornamelijk het stroomverbruik van vloeistofkoelunits. Het omvat ook elektrische magazijnventilatoren. Het stroomverbruik van luchtkoeling is doorgaans lager dan dat van vloeistofkoeling. Dit is het geval als ze zich onder dezelfde omstandigheden bevinden en dezelfde temperatuur moeten behouden.

Verschil 7: Verschillende ruimtevereisten

Luchtkoeling kan meer ruimte in beslag nemen omdat er ventilatoren en radiatoren moeten worden geïnstalleerd. De radiator van de vloeistofkoeling is kleiner. Het kan compacter worden ontworpen. Er is dus minder ruimte nodig. Het KSTAR 125kW/233kWh energieopslagsysteem is bijvoorbeeld bedoeld voor bedrijven en de industrie. Het maakt gebruik van vloeistofkoeling en heeft een sterk geïntegreerd ontwerp. Het beslaat een oppervlakte van slechts 1,3 m² en bespaart ruimte.

Samenvattend hebben luchtkoeling en vloeistofkoeling elk voor- en nadelen. Ze zijn van toepassing op energieopslagsystemen. We moeten bepalen welke we moeten gebruiken. Deze keuze is afhankelijk van de toepassing en wensen. Als kosten en warmte-efficiëntie van cruciaal belang zijn, kan vloeistofkoeling beter zijn. Maar als u waarde hecht aan eenvoudig onderhoud en aanpassingsvermogen, is luchtkoeling beter. Uiteraard kunnen ze ook gemengd worden, afhankelijk van de situatie. Hierdoor wordt een betere warmteafvoer bereikt.


Posttijd: 22 juli 2024